spuitpoep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spuit·poep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spuitpoep
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de spuitpoepm

  1. (informeel) (medisch) zeer dunne ontlasting
    • Journaliste Tosca Sel en haar verloofde Anne testen een kleine berg smartdrugs die de lust zouden moeten aanwakkeren. Het resultaat na drie nachten: misselijkheid, spuitpoep en een 18 uur durende erectie. [2] 
    • De naar eigen zeggen nog in een bubbel levende Simon heeft ook de keerzijden al meegemaakt. „Ik weet nu wat stuwing is, ik heb geleerd wat tepelhoedjes zijn en ik weet ook wat spuitpoep inhoudt.” [3] 
    • IJzersterk aan de film is dat de heren geen motief krijgen om op zo’n decadente wijze zelfmoord te plegen. De film is ook niet te duiden als gericht tegen westerse decadentie, of voor decadentie. Dit gaat werkelijk alleen over vier heren die zich dood eten, in al zijn kleurrijke grandeur en in zijn grauwe smerigheid; Ferreri schuwt de spuitpoep niet. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen