springt dicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • springt dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtspringen

springt (...) dicht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtspringen
    • Jij springt dicht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtspringen
    • Hij springt dicht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichtspringen
    • Springt dicht!