spreek tegen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spreek te·gen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tegenspreken |
spreek tegen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspreken
- Ik spreek tegen.
- gebiedende wijs van tegenspreken
- Spreek tegen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspreken
- Spreek je tegen?
Gangbaarheid
- Het woord spreek tegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.