spotkoopje

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spot·koop·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord spotkoopje spotkoopjes

Zelfstandig naamwoord

spotkoopje o

  1. een aankoop voor een zeer lage prijs, zeer voordelige aankoop
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be