spinnaker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spin·na·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘een bijzeil’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1946 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord spinnaker spinnakers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de spinnakerm

  1. (scheepvaart) een groot bol en van brede banen dundoek gemaakt voorzeil dat gevoerd wordt voor de voorstag op een spinnakerboom en wordt ingezet bij 'voor de wind'-varen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen