spectraal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spec·traal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | spectraal | spectraler | spectraalst |
verbogen | spectrale | spectralere | spectraalste |
partitief | spectraals | spectralers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
spectraal [1]
- (natuurkunde) met betrekking tot het spectrum
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord spectraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spectraal" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be