souspied
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sous·pied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | souspied | souspieds |
verkleinwoord | souspiedje | souspiedjes |
Zelfstandig naamwoord
de souspied m
- band die de beide zijden van een broekspijp onder de voet door verbindt
- band onder de voet die slobkousen laag houdt
Synoniemen
- [1] broekspanriempje
Vertalingen
1. band die de beide zijden van een broekspijp onder de voet door verbindt
Gangbaarheid
- Het woord souspied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "souspied" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ souspied op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be