soupeerde op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sou·peer·de op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opsouperen |
soupeerde op
- enkelvoud verleden tijd van opsouperen
- Ik soupeerde op.
- Jij soupeerde op.
- Hij, zij, het soupeerde op.
- Ik soupeerde op.
Gangbaarheid
- Het woord soupeerde op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.