snorden op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snor·den op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opsnorren

snorden (...) op

  1. meervoud verleden tijd van opsnorren
    • Wij snorden op. 
    • Jullie snorden op. 
    • Zij snorden op.