snijdt klein

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snijdt klein
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kleinsnijden

snijdt (...) klein

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinsnijden
    • Jij snijdt klein. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinsnijden
    • Hij snijdt klein. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kleinsnijden
    • Snijdt klein!