snijden draad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snijden draad (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsnɛidə(n) ˈdrat / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- snij·den draad
Woordherkomst en -opbouw
- uit snijden (werkwoord) en draad (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
draadsnijden |
snijden (…) draad
- meervoud tegenwoordige tijd van draadsnijden
Gangbaarheid
- Het woord 'snijden draad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.