sleutelmoment

Nederlands

Woordafbreking

• sleu·tel·mo·ment

Woordherkomst en -opbouw

• Mogelijk een leenvertaling uit het Engels, van 'key-moment' of key moment'.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sleutelmoment	sleutelmomenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het sleutelmoment o

1. een belangrijk moment in een bepaalde ontwikkeling, in het verloop of de geschiedenis van iemand of iets

   ▸ Het sleutelmoment in het topduel tussen De Meeuwen en De Robben lag in het begin van de derde periode. De Robben-achterhoede greep niet in, toen Biesbrouck over rechts opzwom. Verbaasd over zoveel vrijheid rukte hij op tot op vier meter en loste toen een schot, waartegen Evert Kroon geen verweer had: 2—1.

   ▸ [Op het Griekse platteland] is het sleutelmoment in de relatie tussen een jongen en een meisje nog altijd de „proxenia": het aanzoek met de vaak eindeloze onderhandelingen over de bruidsschat.

Gangbaarheid

• Het woord sleutelmoment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.