sleutelmomenten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Woordafbreking
  • sleu·tel·mo·men·ten

Zelfstandig naamwoord

de sleutelmomentenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord sleutelmoment
     Een 94-jarige veteraan maakte veel los met een ingezonden brief waarin hij de jongeren van Nederland opriep vol te houden en solidair te zijn met zijn generatie. Een 18-jarige student schreef hem terug hoe dankbaar hij was voor de vrijheid en alle mogelijkheden waarmee hij en zijn leeftijdgenoten opgroeien. Maar hij schreef ook hoezeer zij die vrijheid nu missen, hoe zij sleutelmomenten in het leven zomaar zien passeren en hoe extra onzeker de toekomst door de coronacrisis voelt.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 december 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Troonrede 2020” (15 september 2020)