scrum
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scrum
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scrum | scrums |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
scrum m
- (sport) spelhervatting bij rugby waarbij de twee teams tegen elkaar drukken met de schouders
- ▸ Zoals het iedere groundsman in Engeland betaamd is ook het gras van Twickenham een biljartlaken. Al moet Keith Kent met de handen in het haar hebben gezeten na negen slopende wedstrijden vol tackles, rucks en scrums.[2]
- het in korte tijd werkende software produceren door een multidisciplinair team
- ▸ Bij de onderstaande lijst is gezocht naar kantoorwoorden met een hoog jeukgehalte en die een duidelijke link hebben met 2018. Woorden als agile, scrum, stip aan de horizon, neuzen die dezelfde kant op moeten, dingen waar een klap op moet en andere klassiekers hebben de lijst daarom niet gehaald.[3]
- ▸ "Het was misschien niet zo tactisch van me om in het gesprek meteen te zeggen dat agile gewoon flexibel betekent. En scrummen meteen af te kraken als een hype.[4]
Gangbaarheid
- Het woord scrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "scrum" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ scrum op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
Jessy de Cooker“Met deze trivia imponeert u uw vrienden tijdens de finale van het WK Rugby” (30/10 /2015), HP de Tijd - ↑
Weblink bron
Richard Engelfriet“Vitaliteit, je rol pakken en nog 9 clichés: stem op ergste kantoortaal” (13-12-2018), Tubantia - ↑
Weblink bron “'Uitgerekend tijdens het gesprek gingen mijn pubers tekeer in de gezinsapp'” (25 mrt. 2018), De Telegraaf
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be