schwetscht

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • schwetscht

Werkwoord

schwetscht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van schwetze [1]
Opmerkingen

Verwijzingen

  1. Als de woordstam op een sisklank eindigt vervalt de sibilant [z].