schuift opzij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schuift op·zij
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opzijschuiven |
schuift (...) opzij
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzijschuiven
- Jij schuift opzij.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzijschuiven
- Hij schuift opzij.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opzijschuiven
- Schuift opzij!