schoten aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scho·ten aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanschieten

schoten aan

  1. meervoud verleden tijd van aanschieten
    • Wij schoten aan. 
    • Jullie schoten aan. 
    • Zij schoten aan. 


Gangbaarheid