Naar inhoud springen

schoot uit

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 20 jan 2018 om 12:48
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • schoot uit
vervoeging van
uitschieten

schoot uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitschieten
    • Ik schoot uit. 
    • Jij schoot uit. 
    • Hij, zij, het schoot uit.