school samen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- school sa·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenscholen |
school (...) samen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenscholen
- Ik school samen.
- gebiedende wijs van samenscholen
- School samen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenscholen
- School je samen?