school samen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • school sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenscholen

school (...) samen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenscholen
    • Ik school samen. 
  2. gebiedende wijs van samenscholen
    • School samen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenscholen
    • School je samen?