schets af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schets af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afschetsen

schets (...) af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschetsen
    • Ik schets af. 
  2. gebiedende wijs van afschetsen
    • Schets af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschetsen
    • Schets je af? 

Gangbaarheid