schaterden uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scha·ter·den uit
Woordherkomst en -opbouw
- uit schaterden (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitschateren |
schaterden (...) uit
- meervoud verleden tijd van uitschateren
- Wij schaterden uit.
- Jullie schaterden uit.
- Zij schaterden uit.
- Wij schaterden uit.
Gangbaarheid
- Het woord schaterden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.