schaterden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schaterden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- scha·ter·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schateren |
schaterden
- meervoud verleden tijd van schateren
- Wij schaterden.
- Jullie schaterden.
- Zij schaterden.
- Wij schaterden.