uitschateren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitschateren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈœytsxatərə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- uit·scha·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en schateren ww
Werkwoord
uitschateren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitschateren |
schaterde uit |
uitgeschaterd |
zwak -d | volledig |
- heel luid en uitbundig lachen; luidkeels lachen
- Hoewel haar fans het uitschateren, is Adele zelf niet zo tevreden over haar twerkkunsten. ˈKijk, bij mij beweegt mijn hele lichaam mee", lacht ze. [2]
- Ik had ingeschat dat vooral Gijp het zou uitschateren en de boel zou afdoen met zijn favoriete kreet: "Laat gaan, ouwe reus, waar gáát het over". [3]
Gangbaarheid
- Het woord uitschateren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitschateren" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 22 maart 2016 Brave Adele toont sexy twerkkunsten tijdens concert
- ↑ Tubantia A. de Jong 6 februari 2018 Stoer dat uitgerekend Humberto het opnam voor VI
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 87 %
- Prevalentie Vlaanderen 87 %