Naar inhoud springen

schaamtevol

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 05:19 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schaam·te·vol
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schaamtevol schaamtevoller schaamtevolst
verbogen schaamtevolle schaamtevollere schaamtevolste
partitief schaamtevols schaamtevollers -

Bijvoeglijk naamwoord

schaamtevol

  1. met schaamte
    • De mollige dame had een schaamtevol verlangen naar chocolade en andere zoetwaren. 
Synoniemen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be