salonviroloog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·lon·vi·ro·loog
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van salon zn en viroloog zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | salonviroloog | salonvirologen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de salonviroloog m
- iemand die denkt deskundig te zijn op het gebied van virussen, door virussen veroorzaakte ziekten en de epidemiologie van virale aandoeningen zonder daar een opleiding voor gehad te hebben
Gangbaarheid
- Het woord salonviroloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.