sakkers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sak·kers
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van sakken met het achtervoegsel -er [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | sakkers |
verbogen | sakkerse |
Bijvoeglijk naamwoord
sakkers
- (scheldwoord) verwensing wijzend op afschuw
- Hij is een sakkerse hufter
Gangbaarheid
- Het woord sakkers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sakkers" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ sakkers op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be