sagde

Uit WikiWoordenboek


Deens

Woordafbreking
  • sag·de
Naar frequentie 86

Werkwoord

sagde

  1. verleden tijd van sige


Noors

Woordafbreking
  • sag·de
Naar frequentie 550

Werkwoord

sagde

  1. verleden tijd van sage


Nynorsk

Woordafbreking
  • sag·de

Bijvoeglijk naamwoord

sagde, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van seie

sagde, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van seie

Werkwoord

sagde

  1. verouderde spelling of vorm van sa tot 2012
(verouderd) verleden tijd van seia en seie