sørlig
Uiterlijk
- sør·lig
- Noors bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -lig.
Naar frequentie | > 50000 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | sørlig | sørligere | sørligst |
o enkelvoud | sørlig | |||
meervoud | sørlige | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
sørlige | sørligere | sørligste |
sørlig
- [1]: sørligere breddegrader
zuidelijkere breedtegraden
- [2]: sørligere bris
een zuidelijkere bries
- [3]: Kursen var sørlig.
De koers was naar zuiden.
sørlig
- verouderde spelling of vorm van sørleg tot 2012
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 6
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Achtervoegsel -lig in het Noors
- Bijvoeglijk naamwoord in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 6
- Oude spelling van het Nynorsk van voor 2012
- Verouderd in het Nynorsk