rotten af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rot·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afrotten |
rotten (...) af
- meervoud tegenwoordige tijd van afrotten
vervoeging van |
---|
afrotten |
rotten (...) af
- meervoud verleden tijd van afrotten
- Wij rotten af.
- Jullie rotten af.
- Zij rotten af.
- Wij rotten af.
Gangbaarheid
- Het woord 'rotten af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.