rotdag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rot·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rotdag | rotdagen |
verkleinwoord | rotdagje | rotdagjes |
Zelfstandig naamwoord
rotdag m
- vervelende dag
- Het was vandag een rotdag met rotweer.
Gangbaarheid
- Het woord rotdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rotdag" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be