rood-wit-blauws
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rood-wit-blauws (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrotwɪdˌblɑus / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- rood-wit-blauws
Woordherkomst en -opbouw
- rood-wit-blauw met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
rood-wit-blauws
- partitief van de stellende trap van rood-wit-blauw
- ▸ Ertussen schemert iets rood-wit-blauws. Het blijkt een herinneringsvaantje te zijn.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'rood-wit-blauws' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron De chemische oorlogvoering van prof. Van Rossum : 'De ene farmacoloog jaagt op de andere' in: de Stem, jrg. 126 (1 juli 1986), p. 7 kol. 1