rood-wit-blauws

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rood-wit-blauws
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

rood-wit-blauws

  1. partitief van de stellende trap van rood-wit-blauw
     Ertussen schemert iets rood-wit-blauws. Het blijkt een herinneringsvaantje te zijn.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 december 2020 Weblink bron De chemische oorlogvoering van prof. Van Rossum : 'De ene farmacoloog jaagt op de andere' in: de Stem, jrg. 126 (1 juli 1986), p. 7 kol. 1