romboïde

Nederlands

romboïde

Uitspraak

• Geluid:  romboïde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rom·bo·ï·de

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Grieks

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	romboïde	romboïden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de romboïde v

1. (meetkunde) parallellogram

Gangbaarheid

• Het woord romboïde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "romboïde" herkend door:

21 %	van de Nederlanders;
32 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.