roep na

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • roep na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
naroepen

roep (...) na

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naroepen
    • Ik roep na. 
  2. gebiedende wijs van naroepen
    • Roep na! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naroepen
    • Roep je na?