rijnagel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rij·na·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rij en nagel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijnagel | rijnagelen rijnagels |
verkleinwoord | rijnageltje | rijnageltjes |
Zelfstandig naamwoord
de rijnagel m
- stiftje in een slot waardoor de schoot in zijn richting blijft
Gangbaarheid
- Het woord 'rijnagel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.