Naar inhoud springen

rijd hard

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rijd hard
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
hardrijden

rijd (…) hard

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardrijden
    • Ik rijd hard. 
  2. gebiedende wijs van hardrijden
    • Rijd hard! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardrijden
    • Rijd je hard? 

Gangbaarheid