restauratiebedrijf
Uiterlijk
- res·tau·ra·tie·be·drijf
- samenstelling van restauratie zn en bedrijf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | restauratiebedrijf | restauratiebedrijven |
verkleinwoord |
- onderneming waar men oude voorwerpen herstelt
- ▸ 'Doodzonde toch', zegt Jan Douma, al veertig jaar autoschadehersteller en de laatste jaren werkzaam bij restauratiebedrijf S2 Classics in Hengelo. 'Dit is het mooiste wat er is. Dingen maken met je handen. Of ik opvolgers heb? Dat is afwachten. Jongelui willen tegenwoordig niet meer met de handen werken. Die willen achter het bureau zitten, met een laptopje en een auto van de zaak. Het oude ambacht verdwijnt.'[2]
- ▸ De wereldberoemde auto uit de 35.000 inwoners tellende gemeenschap is nog steeds te zien op Google Maps, maar is inmiddels weggehaald. Het goede nieuws is dat de auto niet naar de schroothoop ging, maar naar een restauratiebedrijf.[3]
- Het woord restauratiebedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Toekomst 'ronkende' oldtimers onzeker door gebrek aan kundige monteurs” (8 autustus 2022), NOS
- ↑ Weblink bron Erik Kouwenhoven“Auto die al 47 jaar stilstaat op dezelfde plek moet verhuizen” (04-11-2021), Tubantia