rent op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rent op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oprennen

rent (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprennen
    • Jij rent op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprennen
    • Hij rent op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van oprennen
    • Rent op! 

Gangbaarheid