rekenden uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rekenden uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrekəndə(n) ˈœyt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- re·ken·den uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitrekenen |
rekenden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitrekenen
- Wij rekenden uit.
- Jullie rekenden uit.
- Zij rekenden uit.
- Wij rekenden uit.
Gangbaarheid
- Het woord rekenden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.