reken mee
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ken mee
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meerekenen |
reken (...) mee
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meerekenen
- Ik reken mee.
- gebiedende wijs van meerekenen
- Reken mee!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meerekenen
- Reken je mee?
Gangbaarheid
- Het woord reken mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.