reik over
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- reik over
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overreiken |
reik (...) over
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overreiken
- Ik reik over.
- gebiedende wijs van overreiken
- Reik over!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overreiken
- Reik je over?