reewild
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ree·wild
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reewild | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het reewild o
- jaagbare herten; de populatie van reeën
Gangbaarheid
- Het woord reewild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reewild" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Jan Bengevoord“Ree geniet op Twickel van de eerste zonnestralen” (06-11-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Actie om reekalfjes te beschermen in de Reggestreek” (29-04-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be