redusere
Uiterlijk
- re·du·se·re
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
redusere |
reduserer |
reduserte |
redusert |
Klasse 2 zwak |
redusere
- korten, verlagen
- «Vi kan enten redusere utgiftene og/eller øke inntektene.»
- We kunnen of de kosten verlagen en/of de inkomsten verhogen.
- «Vi kan enten redusere utgiftene og/eller øke inntektene.»
- (scheikunde) reduceren
- (wiskunde) herleiden
- [1] innskrenke, minke, minske
- [2] oksidere
- [1-3] reduksjon
- re·du·se·re
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
redusere |
reduserer |
reduserte |
redusert |
Klasse 2 zwak |
redusere
- [1] innskrenke, minke, minske
- [2] oksidere
- [1-3] reduksjon
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 8
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zwak werkwoord klasse 2 in het Noors
- Werkwoord in het Noors
- Scheikunde in het Noors
- Wiskunde in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 8
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zwak werkwoord klasse 2 in het Nynorsk
- Werkwoord in het Nynorsk
- Scheikunde in het Nynorsk
- Wiskunde in het Nynorsk