rattenvanger

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Rattenvanger met zijn hond
Uitspraak
Woordafbreking
  • rat·ten·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rattenvanger rattenvangers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rattenvangerm

  1. (beroep) iemand die voor zijn beroep (muskus)ratten vangt
    • De rattenvanger is tegenwoordig vooral bekend als de hoofdpersoon van het sprookje "De rattenvanger van Hamelen", die op het einde niet alleen ratten vangt, maar ook kinderen meelokt. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be