ratelden af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ratelden af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ra·tel·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afratelen |
ratelden (...) af
- meervoud verleden tijd van afratelen
- Wij ratelden af.
- Jullie ratelden af.
- Zij ratelden af.
- Wij ratelden af.
Gangbaarheid
- Het woord ratelden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.