rastering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ras·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van rasteren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rastering | rasteringen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de rastering v
Gangbaarheid
- Het woord rastering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rastering" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be