randen
Uiterlijk
- ran·den
de [A] randen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord rand
[B] randen
- (verouderd) tekeergaan (van honden)
- Het woord randen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "randen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ randen op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ran·den
randen m
- nominatief bepaald enkelvoud van rand (zelfstandig naamwoord, eerste afdeling, betekenissen 1-5)
randen m
- nominatief bepaald enkelvoud van rand (zelfstandig naamwoord, tweede afdeling)
- ran·den
randen m
- nominatief bepaald meervoud van rand (zelfstandig naamwoord, tweede afdeling)
randen m
- nominatief bepaald meervoud van rande
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 6
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 6
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nynorsk