rabbinaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rab·bi·naat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rabbinaat | rabbinaten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het rabbinaat o
- (Jiddisch-Hebreeuws) functie en waardigheid van een rabbijn
- (Jiddisch-Hebreeuws) alle rabbijnen van een ressort
- (Jiddisch-Hebreeuws) kantoor waar rabbijnen zetelen en vanuit hun werkzaamheden verrichten
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rabbinaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rabbinaat" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -aat in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 66 %
- Prevalentie Vlaanderen 56 %