raban

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  raban    (hulp, bestand)
• IPA: /raˈbɑn/

Woordafbreking

• ra·ban

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Aramees

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	raban	rabaniem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

raban

1. (Jiddisch-Hebreeuws) rabbijn

Verwante begrippen

• Hebreeuws-Nederlands: rabbi, rabbijn
• Jiddisj: rebbe

Gangbaarheid

• Het woord 'raban' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.