raamvisite
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: raamvisite (hulp, bestand)
Woordafbreking
- raam·vi·si·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van raam zn en visite zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | raamvisite | raamvisites |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- bezoek waarbij men elkaar door een raam ziet zonder elkaar fysiek aan te kunnen raken (nodig om een besmetting door een micro-organisme te voorkomen); visite achter glas
- ▸ Ook seniorenorganisatie KBO-PCOB roept iedereen op naar elkaar om te blijven kijken. ,,Pak die telefoon, ga op raamvisite of nodig de ander uit voor een coronaproof wandeling, er is gelukkig nog van alles wél mogelijk", zegt directeur Marcel Sturkenboom.[1]
Gangbaarheid
- Het woord raamvisite staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Oproep ouderenbonden: ‘Kijk naar elkaar om, pak de telefoon of maak een coronaproof wandeling’” (13-10-2020), Tubantia