raam in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raam in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inramen

raam (...) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inramen
    • Ik raam in. 
  2. gebiedende wijs van inramen
    • Raam in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inramen
    • Raam je in? 

Gangbaarheid